Het is mogelijk om in een testament (bepaalde) erfgenamen te onterven. Daarmee wordt afgeweken van de wet. Voor een kind of een echtgenoot heeft de wet speciale bepalingen opgenomen.

Onterfd kind:

Een kind dat is onterfd heeft altijd recht op een deel van de nalatenschap, namelijk de helft wat deze zou krijgen als volwaardig erfgenaam. Het onterfde kind kan aanspraak maken op de legitieme portie (het kindsdeel). Dat moet binnen 5 jaar na het overlijden. Het kindsdeel geeft recht op geld, niet op goederen of spullen. Het kindsdeel wordt bepaald door de waarde van de bezittingen en schulden te nemen en daarbij schenkingen die de overledene heeft gedaan op te tellen. Om te berekenen om hoeveel geld het gaat, heeft het onterfde kind recht op informatie. De erfgenamen of de executeur moeten die informatie en stukken verstrekken, zo nodig met tussenkomst van de rechter. Als het geldbedrag is berekend, hangt het af van het testament wanneer het onterfde kind dat kan ontvangen. Dat kan direct zijn, maar soms ook pas na het overlijden van een erfgenaam, meestal de echtgenoot. Met name bij samengestelde gezinnen of een tweede of derde huwelijk kan het kindsdeel een belangrijke rol spelen. “Nieuwe kinderen” of kinderen van de “nieuwe partner” worden soms voorgetrokken. Het onterfde kind kan zo alsnog van de overleden ouder erven.

Onterfde echtgenoot:

Een echtgenoot die is onterfd heeft geen recht meer op een deel van de nalatenschap. Dat staat los van het deel van het huwelijksvermogen waar recht op kan bestaan. Net zoals bij een echtscheiding, wordt bij een overlijden het huwelijksvermogen afgewikkeld op basis van de akte huwelijksvoorwaarden of op basis van de gemeenschap van goederen. In de wet staan echter bepalingen waar die onterfde echtgenoot een beroep op kan doen. Dat gaat bijvoorbeeld om het recht om in de echtelijke woning te kunnen blijven, een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud of om bepaalde goederen en spullen te kunnen blijven gebruiken. Deze bepalingen worden ook wel “andere wettelijke rechten” genoemd. De onterfde echtgenoot moet al heel snel na het overlijden aan de erfgenamen of de executeur laten weten dat een beroep op één of meer van de wettelijke rechten wordt gedaan.