Het Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld van wel. Wat speelde daar? De vrouw had als erfgenaam een vordering op haar moeder na het overlijden van haar vader. De vrouw kon haar erfdeel pas krijgen nadat haar moeder zou zijn overleden; het erfdeel was nog niet opeisbaar. De moeder mocht ondertussen onbeperkt uitgaven doen met het geld uit de erfenis van de vader. Het was dus uiterst onzeker of en welk bedrag de vrouw na het overlijden van haar moeder zou ontvangen. De ex-man van de vrouw eiste in de echtscheidingsprocedure de helft van de erfenis die de vrouw zou ontvangen. Het gerechtshof heeft de man gelijk gegeven. Hoe kan dat?
De vrouw heeft immers nog niets ontvangen uit de erfenis en het is onzeker of en hoeveel zij zal ontvangen. Misschien is er niets over. Het gerechtshof oordeelde dat het niet relevant is of de vrouw de erfenis al kon ontvangen. Het gaat om het recht van de vrouw op de erfenis. De waarde van dat recht (de vordering) moet worden verdeeld bij de echtscheiding. Echter, de man heeft volgens het gerechtshof pas recht op geld als de vrouw haar erfenis ontvangt. De man zal dan de helft ontvangen van de erfenis (of wat ervan over is) die vrouw na het overlijden van haar moeder krijgt. Dat lijkt een redelijke uitkomst.
Deze uitspraak kan grote gevolgen hebben bij echtscheidingen. Het maakt dus namelijk niet uit of je een erfenis hebt ontvangen of dat je die zult ontvangen. De toekomstige waarde van de erfenis (of wat uit een erfenis kan/zal worden ontvangen, zoals een legaat of het kindsdeel) moet worden verdeeld bij scheiding.
Ook uit deze uitspraak blijkt weer hoe het erfrecht en familierecht door elkaar kunnen lopen en dat kennis op beide rechtsgebieden essentieel is. Laat je bijstaan door een specialist. Neem voor vragen contact met mij op.