Tussen het overlijden en het al dan niet zuiver of beneficiair aanvaarden van de erfenis zit vaak een periode (van rouw) waarin je als erfgenaam werkzaamheden verricht of zelfs moet verrichten. Binnen bepaalde kaders mag dat en heb je de erfenis daarmee niet ‘automatisch’ zuiver aanvaard. Dat is wel zo als je bijvoorbeeld het geld op de bankrekening van de overledene verdeelt met de andere erfgenamen. Je wordt dan met je eigen vermogen aansprakelijk voor schulden van de overledene die niet uit de erfenis kunnen worden betaald. Dat is het gevolg van zuivere aanvaarding van de erfenis.
Wat nu als je de erfenis nog niet zuiver of beneficiair hebt aanvaard en ook niet hebt verworpen, maar je doet wel aangifte voor de erfbelasting. Heb je de erfenis dan ‘automatisch’ zuiver aanvaard? Volgens het Gerechtshof Den Haag wel. Mede door de aangifte voor de erfbelasting heeft de erfgenaam zich volgens het gerechtshof gedragen als een erfgenaam die de erfenis zuiver heeft aanvaard. Het is de vraag of het oordeel van het gerechtshof juist is. Ik ben van mening van niet!
Uit de successiewetgeving volgt namelijk dat de erfgenaam die de aangifte voor de erfbelasting doet, de erfenis daarmee niet ‘automatisch’ zuiver aanvaardt. Het gerechtshof heeft niet gemotiveerd waarom de bepalingen uit de successiewetgeving niet van toepassing zouden zijn. Ook is niet gemotiveerd welke andere omstandigheden tot ‘automatisch’ zuivere aanvaarding hebben geleid.
Ter voorkoming van een ongewenste en ‘automatische’ zuivere aanvaarding verdient het de voorkeur om de erfenis eerst beneficiair te aanvaarden voordat je werkzaamheden verricht. De erfenis verwerpen en niets doen kan uiteraard ook…
Overigens heeft de Eerste Kamer recent een wetswijziging aangenomen waarmee de bepalingen worden aangepast die tot ‘automatisch’ zuivere aanvaarding kunnen leiden. Ook komt er in de wet betere bescherming tegen onbekende schulden van de overledene.
Voor vragen of opmerkingen over het bovenstaande of andere zaken in het erfrecht, neem vrijblijvend contact met mij op.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:3919
Add a Comment